Pensioen, en werken in verschillende lidstaten (2) Gepubliceerd op 02/02/2020

In dit artikel ga ik in op de manier waarop de in verschillende lidstaten opgebouwde pensioenen berekend worden.

Een pensionado die in verschillende Europese landen rechten heeft opgebouwd krijgt uit al deze landen een (gedeeltelijk) pensioen. Iedere lidstaat berekent deze volgens de wetgevingen die op betrokkene van toepassing zijn geweest, op basis van de Europese verordeningen. Er zijn speciale bepalingen voor ambtenaren die hier niet besproken worden.

 

Toekenning van uitkeringen.

Ieder bevoegd orgaan rekent het verschuldigde bedrag uit

a.      Op grond van de nationale wetgeving als alleen op grond van de nationale wetgeving is voldaan aan de voorwaarden die recht geven op een uitkering (autonoom pensioen).

b.     Door eerst een theoretisch bedrag te berekenen en vervolgens het werkelijke bedrag (uitkering pro rata) :

-         Het theoretische bedrag van de uitkering is gelijk aan de uitkering die betrokkene zou krijgen als alle tijdvakken van verzekering en/of wonen die in andere lidstaten vervuld zijn, volgens de wetgeving van de lidstaat die de uitkering vaststelt zouden zijn vervuld. Als die wetgeving stelt dat het bedrag van de uitkering onafhankelijk is van de duur van de vervulde tijdvakken, wordt dit bedrag beschouwd als het theoretische bedrag.

-         Daarna stelt het bevoegde orgaan het werkelijke bedrag van de pro rata uitkering vast op basis van het theoretische bedrag door de duur van de tijdvakken die op grond van de toegepaste wetgeving zijn vervuld te delen door het totaal van de tijdvakken die in de verschillende lidstaten zijn vervuld.

Als de pensionado niet (meer) aan de voorwaarden voldoet om in aanmerking te komen voor een ouderdomsuitkering uit één van de lidstaten waar hij heeft gewerkt, kan hij vragen om uitstel van toekenning van deze uitkering.

In dat geval zal bij het berekenen van het pensioen geen rekening gehouden worden met de tijdvakken waarin niet aan de voorwaarden werd voldaan, als de uitkering daardoor lager wordt. Er zal een nieuwe berekening worden gemaakt, zodra wel aan de voorwaarden wordt voldaan of als betrokkene erom verzoekt.

De betrokkene heeft recht om van het bevoegde orgaan van elke lidstaat het hoogste uitkeringsbedrag te ontvangen dat volgens de rekensommen a) en b) berekend is.

Indien het berekende autonoom pensioen (a) in één bepaalde lidstaat altijd gelijk is aan of hoger is dan de berekende pro rata-uitkering (b), kan het bevoegde orgaan onder voorwaarden van de berekening pro rata afzien. Dit geldt in Nederland voor de AOW en in Frankrijk voor het algemeen stelsel en het aanvullend pensioen.

 

Aanvullende bepalingen op de berekening van de uitkeringen.

Als het totaal van de tijdvakken die in verschillende lidstaten zijn vervuld langer is dan de maximumduur die door één van de lidstaten wordt vereist om een volledig pensioen te krijgen, wordt rekening gehouden met deze maximumduur. Deze berekening mag niet tot gevolg hebben dat dit orgaan een uitkering verschuldigd is die hoger is dan de volledige uitkering volgens zijn nationale wetgeving. Deze regel geldt niet voor uitkeringen waarvan het bedrag niet afhankelijk is van de duur van de verzekering.

Indien bij de berekeningsgrondslag van de uitkering in een lidstaat wordt uitgegaan van gemiddelde, pro rata, vaste of toegerekende bedragen, andere bedragen of een combinatie ervan, wordt deze uitsluitend bepaald op grond van de tijdvakken die volgens zijn nationale wetgeving zijn vervuld. Het bedrag op basis van tijdvakken die in andere lidstaten zijn vervuld, wordt bepaald aan de hand van de wetgeving van deze andere lidstaten ( rekening houdend met bijlage XI van de Europese verordening waarin de procedures van de betrokken lidstaten zijn vastgelegd).

Er wordt bij deze berekeningsgrondslag rekening gehouden met inflatie.

 

 

Samentelling van tijdvakken

Als er sprake is van een bijzonder stelsel voor specifieke werkzaamheden, houdt het bevoegde orgaan die de berekening maakt alleen rekening met de tijdvakken die vervuld zijn in een andere lidstaat volgens dit bijzondere stelsel, als in die lidstaat een overeenkomstig stelsel bestaat of in hetzelfde beroep/dezelfde verrichte werkzaamheden.

Als de betrokkene niet voldoet aan de voorwaarden om ouderdomsuitkering te ontvangen op grond hiervan, worden de tijdvakken in aanmerking genomen volgens het algemene stelsel of, bij gebreke daarvan volgens het stelsel dat van toepassing is op arbeiders of op werknemers, mits betrokkene aan één van die stelsels onderworpen is geweest. En dit zelfs als in de andere lidstaat de tijdvakken voor het bijzondere stelsel in aanmerking zijn genomen.

Als een lidstaat de voorwaarde stelt aan het verkrijgen, behoud of herstel van het recht op uitkering dat de betrokkene verzekerd moet zijn op het moment dat hij uitkeringsgerechtigd is, wordt deze voorwaarde geacht vervuld te zijn als hij in een andere lidstaat verzekerd is.

De volgende coördinatiemaatregel is van toepassing: In sommige gevallen kan de nationale wetgeving toegepast worden aan de hand waarvan wordt bepaald welk orgaan verantwoordelijk is, welke regeling van toepassing is of welke tijdvakken aan een specifieke regeling worden toegewezen en worden uitsluitend de op grond van deze wetgeving vervulde verzekeringstijdvakken in aanmerking genomen.

Als de nationale wetgeving voorschriften heeft voor de coördinatie tussen de bijzondere stelsels voor ambtenaren en het algemene stelsel voor werknemers gelden deze onverminderd.

Om te vermijden dat er dubbele uitkeringen zouden worden betaald door verschillende lidstaten voor door dezelfde persoon vervulde tijdvakken, zijn er anticumulatiebepalingen en bepalingen betreffende samenloop van prestaties, die in een volgend artikel zullen worden besproken.

Binnen de grenzen hiervan zal het berekende bedrag eventueel verminderd, geschorst of ingetrokken worden.

De uitvoeringsverordening vult aan dat als er sprake is geweest van vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering in één van de lidstaten, en deze samenvalt met tijdvakken van verplichte verzekering, alleen de tijdvakken vervuld op grond van de verplichte verzekering bij de rekensom in aanmerking worden genomen. Het bedrag dat op grond van de vrijwillige verzekering moet worden betaald wordt hierbij opgeteld. Dit bedrag is niet onderhevig aan bepalingen betreffende schorsing, vermindering of intrekking van een wetgeving.

Indien een in een lidstaat vervuld tijdvak van verzekering/wonen dat geen gelijkgesteld tijdvak is, samenvalt met een op grond van de wetgeving van een andere lidstaat gelijkgesteld tijdvak, wordt alleen het niet-gelijkgestelde tijdvak in aanmerking genomen.

Als het tijdvak in meerdere lidstaten een gelijkgesteld tijdvak is, wordt dit alleen in aanmerking genomen door het orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving net vóór dat tijdvak op de betrokkene verplicht van toepassing was. Zoniet wordt het in aanmerking genomen door het orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving na dat tijdvak voor het eerst verplicht van toepassing was op de betrokkene.

 Indien de periode waarin bepaalde tijdvakken werden vervuld in een lidstaat, niet nauwkeurig kan worden bepaald, wordt ervan uitgegaan dat deze tijdvakken de in een andere lidstaat vervulde tijdvakken niet overlappen, en wordt hiermede, indien dit gunstig is voor de betrokkene, rekening gehouden, voor zover de tijdvakken redelijkerwijs in aanmerking kunnen worden genomen.

 

Tijdvakken van verzekering of wonen van minder dan een jaar

Als een tijdvak van verzekering minder dan een jaar bedraagt en uitsluitend rekening houdend met deze tijdvakken geen recht op uitkeringen zou bestaan volgens de nationale wetgeving, hoeft een lidstaat het tijdvak niet mee te rekenen om het pro rata bedrag te bepalen. Om het theoretische bedrag te bepalen houden de bevoegde organen van de verschillende lidstaten wel rekening met deze tijdvakken. Mocht dit ertoe leiden dat geen enkele lidstaat een uitkering hoeft te betalen, worden de uitkeringen uitsluitend toegekend volgens de wetgeving van de laatste lidstaat waarvan aan de voorwaarden werd voldaan, alsof alle vervulde tijdvakken waarmee rekening wordt gehouden volgens de wetgeving van de verschillende lidstaten op basis van de wetgeving van deze lidstaat werd vervuld.

 

Toekenning van een aanvulling

De pensionado mag in de woonstaat waarvan hij o.a. een uitkering ontvangt, geen lagere uitkering ontvangen dan de minimumuitkering die door de betreffende lidstaat is vastgesteld voor het tijdvak dat gelijk is aan de gezamenlijke tijdvakken die in aanmerking zijn genomen.

Het bevoegde orgaan van deze woonstaat betaalt de betrokkene, gedurende de tijd dat hij in deze lidstaat woont, een aanvullend bedrag uit dat gelijk is aan het verschil tussen het door deze lidstaat vastgestelde pro rata uitkering en de minimumuitkering.

 

Herberekening of aanpassing

Als de wijze van vaststelling of de regels voor de berekening van de uitkeringen in een lidstaat worden gewijzigd, of een relevante wijziging plaatsvindt in de persoonlijke situatie van de betrokkene die zou leiden tot een aanpassing van het bedrag van de uitkering, vindt een herberekening plaats.

 Indien echter de prestaties van de betrokken lidstaten door stijging van de kosten van levensonderhoud, schommelingen van het niveau van inkomsten of andere redenen voor aanpassing, met een bepaald percentage of een vast bedrag worden gewijzigd, wordt dit rechtstreeks in de vastgestelde uitkeringen verwerkt, zonder dat een herberekening hoeft plaats te vinden.


Zie ook ..


Bronnen: VERORDENING (EG) Nr. 883/2004 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, VERORDENING (EG) Nr. 987/2009 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.